Controle in de auto

A. Dimlicht
B. Stadslicht
C. Accu wordt niet opgeladen
D. Oliepeil is te laag
E. Handrem aangetrokken (bij stilstaan)
E. Remvloeistof te laag (tijdens het rijden)
F. Gordel niet om
G. Storing in de boordcomputer
A. Temperatuurregelaar
B. Alarmlichten
C. Airco
D. Ventilatiesnelheid
Op deze knop zie je een autootje, dat is binnen- of buitenlucht.
E. Waar wil je de lucht hebben, kijk op plaatje en ziet waar.
Boogje met kriebels er in is voorruit.
F. Is achterruit
A. Toerenteller
B. Snelheidsmeter
1 tikje omhoog, ruitenwisser interval
2 tikjes omhoog, ruitenwisser continue
3 tikjes omhoog, ruitenwisser dubbele snelheid
Rechter gedeelte draaien, ruitenwisser achter
Hendel naar je toe trekken, sproeier voorruit
Hendel naar dashboard sproeier achterruit
1 tikje draaien, verlichting automatisch
2 tikjes, stadslicht, mag je niet mee rijden
3 tikjes, dimlicht
Naar je toe trekken, grootlicht
Knopje met pijltje omhoog, mist voorlicht
Knopje naar beneden, mist achterlicht